Dead Duck Day is approaching, again

Monday June 5th, 2023 is Dead Duck Day again. At exactly 17:55 h (CET) we will honor the mallard duck that collided with the glass facade of the Natural History Museum Rotterdam and became known to science as the first (documented) ‘victim’ of homosexual necrophilia in that species, and earned its discoverer (me) the 2003 Ig Nobel Biology Prize.

Dead Duck Day also commemorates the billions of other birds that die(d) from colliding with glass buildings, and challenges people to find solutions to this global problem.

After a pandemic break, Dead Duck Day is open to the public again. Please join the free, short open-air ceremony next to the new wing of the Natural History Museum Rotterdam (the Netherlands), right below the Dead Duck Memorial Plaque— the very spot where that duck (now museum specimen NMR 9989-00232) met his dramatic end.

Those who wear an original Dead Duck Day T-shirt have a chance to win a signed copy of the book ‘De eendenman’.

A six-course duck dinner, after the ceremony, at the famous Tai Wu restaurant is also open to the public (at your own expense).

During the covid pandemic Dead Duck Day had no audience.

Vijftig miljard vogels

Zondagochtend 29 januari 2023 sprak ik in het radioprogramma Vroege Vogels deze column uit: dit is de uitgeschreven tekst, met bronnen: (hier ook te beluisteren)

Sinds de belangstelling van de mens voor vogels de gebraden kippenpoot en het zachtgekookte eitje overstijgt, is het bestuderen van onze gevederde vrienden een serieuze bezigheid. Vooral de vraag ‘hoeveel?’ houdt ontelbare aantallen vogelaars meer dan een eeuw bezig. Het begon in 1899 met het tellen van veren. De Amerikaan Richard McGregor was de eerste. Hij plukte een gors en een meeuw en deelde zijn telling met vakgenoten: 1.899 veren bij de gors en 6.544 bij de meeuw. Het veren tellen sloeg niet echt aan, want het duurde tot 1933 voordat een wilde eend uiterst secuur werd kaalgeplukt: 11.903 veren. In 1937 was het klaar. Het record dat toen werd gevestigd – 25.216 veren bij één fluitzwaan, waarvan 20.177 op de kop en nek – is nooit meer overtroffen.

Daarna probeerden vogelkundigen vast te stellen hoeveel verschillende vogelsoorten er wereldwijd zijn. Het tellen daarvan – letterlijk door het zoeken naar vogels in museumcollecties, vogelboeken en in wetenschappelijke vogeltijdschriften – duurde van 1931 tot 1987. Het leverde welgeteld 9.159 soorten op. Over dat getal is nu nog steeds discussie die voortkomt uit de hamvraag wat een vogelsoort nu precies is en hoe je dat vaststelt – met het oor, het oog en een meetlat of in een DNA-laboratorium. In 2016 gooiden vier Amerikanen de knuppel in het hoenderhok. Door ouderwets meten, modern moleculenpluizen en slim rekenen te combineren, verdubbelden zij het met de hand getelde aantal van 9.159 tot 18.043 verschillende soorten vogels. 

Tenslotte de vraag hoeveel individuele vogels er zijn. Dus alle in het wild levende vogels, waar dan ook, bij elkaar opgeteld. Het stuk voor stuk tellen van alle vogels is natuurlijk volstrekt onmogelijk, maar aan het eind van de vorige eeuw stond de teller niettemin ‘tussen de 200 en 400 miljard’. Die schatting, want dat blijft het, werd in 2021 (stevig onderbouwd) afgeroomd tot 50 miljard, met in de top drie 1,6 miljard huismussen, 1,3 miljard spreeuwen en 1,2 miljard ringsnavelmeeuwen. Vijftig miljard vogels. Het bijzondere van deze studie is dat de telresultaten ook zijn gebaseerd op laagdrempelige vogeltelevenementen zoals de Christmas Bird Count in Noord-Amerika, de Big Garden Birdwatch in het Verenigd Koninkrijk en – jawel – onze eigen Nationale Tuinvogeltelling die dit weekend gehouden wordt.

Het was de oervader van de natuurstudie Jac. P. Thijsse die in 1932 in het onvolprezen tijdschrift De Levende Natuur schreef: “Ieder jaar omstreeks Kerstfeest tijgen troepjes Amerikanen er één dag op uit, om vogels te tellen, zoowel soorten als individu’s. Men heeft het in ons land ook eens geprobeerd maar niet doorgezet, wat eigenlijk wel jammer is.” Thijsse moest eens weten. De Nationale Tuinvogeltelling startte in 2003 en maakt steeds meer mensen enthousiast voor vogels. In 2022 telden 170.000 deelnemers er ruim 2,4 miljoen, waaronder 450.000 huismussen, 300.000 koolmezen en 200.000 merels. 

Kom op luisteraars, help de wetenschap, loop naar het raam en tel een half uur vogels. Het kan nog zolang het licht is. Kijk, tel en voer de soorten en hun aantallen in op tuinvogeltelling.nl. Op naar de vijftig miljard!

Bronnen:

Amman, G.E. 1937 – Number of Contour Feathers of Cygnus and Xanthocephalus – The Auk 54: 201-202

Knappen, P. 1932 – Number of Feathers on a Duck – The Auk 49: 461

McGregor, R.C. 1902 – The Number of Feathers in a Bird Skin – The Condor 4: 17

Barrowclough G.F., Cracraft J., Klicka J., Zink R.M. 2016 – How Many Kinds of Birds Are There and Why Does It Matter? -PLoS ONE 11(11): e0166307. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0166307

Peters J.L. 1931 – Check-list of birds of the world. Vol. 1 – Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press

Paynter R.A. 1987 – Check-list of birds of the world. Vol. 16 – Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press

Corey T. Callaghan, Shinichi Nakagawa & William K. Cornwell, 2021 – Global abundance estimates for 9,700 bird species – PNAS 118 (21) e2023170118 https://doi.org/10.1073/pnas.2023170118

K. J. Gaston, T. M. Blackburn, 1997 – How many birds are there? – Biodivers. Conserv. 6: 615–625

Thijsse, J.P., 1932 – Vogels tellen – De Levende Natuur 37(4): 128

De kunstgrasschaaf

Op zondag 11 september 2022 sprak ik in het radioprogramma Vroege Vogels de volgende column uit. Hij is hier te beluisteren, en dit is de uitgeschreven tekst:

De ellende begon op 28 december 1965. Toen vroegen James Faria en Robert Wright in Amerika patent aan op hun uitvinding van een ‘Monofilament Ribbon Pile Product’. Wij kennen dat materiaal als kunstgras. Het was destijds bedoeld ter vervanging van natuurlijke grasmatten van sportvelden zodat er altijd – weer of geen weer – gespeeld kon worden. Het was sterk en bestand tegen intensief gebruik van schoenen met noppen. Een echte innovatie die werd doorontwikkeld tot kunstgras met de look-and-feel van echt gras. Even los van die akelige rubberkorrels die het milieu vervuilen, heb ik niets tegen sportvelden met kunstgras. Prima toch, lekker voetballen of hockeyen zonder hinder van modderplassen en regenwormenpoep? Maar zoals dat met alle belangwekkende uitvindingen gaat, kent ook kunstgras inmiddels huis-tuin-en-keukentoepassingen. En die lopen uit de hand. 

Terwijl klimaatneutrale groene daken niet aan te slepen zijn, voltrekt zich op grondniveau een ramp. Steeds meer gazons worden vervangen door kunstgras. Het moet gouden handel zijn. Ga maar eens kijken bij de Kunstgrasgigant, de Kunstgrasconcurrent, in het Kunstgrasdepot of bij welke andere surrogaatgrashal dan ook. De rollen die daar op klanten liggen te wachten, bedekken met gemak drie keer de Flevopolders. Er werken marketing-genieën die het assortiment aanprijzen met merknamen als ‘Aerdenhout Superieur’, ‘Blaricum Prestige’, ‘Bloemendael [sic!] Excellent’ en – jawel – ‘Rotterdam Grande’. Uitgekeken op dat eeuwige groen? Wat dacht u van turquoise, roze, paars of gewoon stemmig zwart kunstgras? Nee, als het zo moet met onze tuinen dan verlang ik terug naar de grindtegel. 

Ik denk dat de kunstgrashausse te maken heeft met de klimaatverandering. Je ziet je netjes onderhouden grasperk verdrogen waar je bij staat en denkt ‘weg met die grauwgele zoden, dan hoef ik ook niet meer te sproeien en te maaien’. Doe het niet, lieve luisteraars. Denk aan de merels en de wormen, en aan de springstaartjes in de verstikte bodem. En vergeet niet dat ook een grasperk, hoe klein ook, kooldioxide opneemt en broodnodige zuurstof produceert. 

In Zuid-Europa waar ze al wat langer met droogte te maken hebben, lusten ze wel pap van kunstgras. Daar is zelfs in stadsparken al veel natuurgras vervangen door onnatuurlijke bodembedekking. Het gevolg is een meetbare verarming van de vogelbevolking die als eerste werd vastgesteld bij de huismus, notabene de oerstadsvogel. Uiteindelijk stort er een compleet ecosysteem in.

En dat allemaal omdat kunstgras onderhoudsvrij is? Nee dus. Stadsecoloog Ton Denters vond vorig jaar in hartje Amsterdam een perceel kunstgras waarop 25 soorten wilde planten groeiden. Dat is twee keer zoveel als in een doorsnee natuurlijk grasveldje. Sommige van die pionierplanten waren tot vijftien centimeter hoog. Ook daar hebben uitvinders een oplossing voor gevonden: de kunstgrasschaaf. Hij bestaat, echt!

De Mondkapmeeuw

Op zondag 28 maart 2021 sprak ik in het radioprogramma Vroege Vogels de volgende column uit (hij is hier ook te beluisteren):

[Dit is de uitgeschreven tekst]

Bijna twaalf jaar geleden, op 3 mei 2009, sprak ik voor deze microfoon een column uit met de titel ‘De McFlurry Egel’. Ik citeer de eerste alinea: ‘Een van de weinige verslavingen die ik heb, is de McFlurry. Dat is een vanille-ijsje waar ze (nog meer) zoetigheid op strooien en er vervolgens doorheen draaien, M&M’s bijvoorbeeld. Heerlijk! Als ik in de buurt ben van een vestiging van de hamburgergigant die ze verkoopt, dan val ik er voor. Ik heb deze zwakte lang voor me gehouden, maar nu kom ik er mee naar buiten vanwege 2009, het Jaar van de Egel.’ 

Deze bekentenis kwam voort uit mijn zorg om egels die – op zoek naar restjes ijs – met hun kop vast kwamen te zitten in de taps toelopende plastic ‘kraag’ van achteloos weggeworpen McFlurry-verpakkingen. Ze verdronken verblind of verhongerden langzaam. Die column en het eerste officiële Nederlandse McFlurry-slachtoffer (uit 2007) dat we compleet met die ellendige ijsbeker op zijn kop in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam exposeren, heeft veel mensen aan het denken gezet over de invloed van zwerfafval op het leven van dieren. De aandacht voor de dode egels leidde er zelfs toe dat McDonalds de opening in de vermaledijde plastic kraag verkleinde zodat er geen volwassen egelkoppen meer in passen. Helaas bemoeilijkte die aanpassing ook voor mensen het uitlepelen van ijs en trokken consumenten de kraag van de beker. Die losse kragen zagen we vervolgens terug op de koppen van stadsduiven. 

Gelukkig heb ik nu positief nieuws. Toen ik vorige week sinds lange tijd mijn ijshonger weer eens met een McFlurry® stilde, geloofde ik mijn ogen niet: de ijsbeker is compleet van karton en de kraag, die voorkomt dat de M&M’s bij het vermalen over de rand spetteren, is inklapbaar. Het is een sterk staaltje verpakkingsontwerp waardoor de McFlurry-egel na veertien jaar nu echt natuurhistorie is.

Nu deze ellende achter de rug is, dreigt er een nieuw afvalprobleem dat zijn weerga niet kent: de coronamondkapjes die in het milieu terechtkomen. Voortkomend uit hun project ‘Plastic Spotter’ waarbij ze samen met vrijwilligers vanuit kano’s drijfvuil uit de Leidse grachten vissen, publiceerden de biologen Auke-Florian Hiemstra en Liselotte Rambonnet afgelopen week het eerste wetenschappelijke wereldwijde overzicht van de invloed van COVID-19 afval op dierenleven. Ze documenteerden 28 gevallen (het topje van de ijsberg) waarbij vooral vogels maar ook krabben, honden, een vis, een vleermuis een aap en (jawel!) ook een egel in mondkapjes of latex handschoenen verstrikt raakten of dat zwerfafval opaten. 

In het Natuurhistorisch Museum Rotterdam hebben we inmiddels een zilvermeeuw met zijn poot verstrikt in het elastiek van een mondkapje. Hij neemt in de tentoonstelling ‘Dode dieren met een verhaal’ als de Mondkapmeeuw de prominente rol van de McFlurry-egel over, met dezelfde boodschap: gooi je rotzooi niet op straat!

De Mondkapmeeuw (zilvermeeuw), Rotterdam-Maasvlakte, 1 januari 2021 (collectie Natuurhistorisch Museum Rotterdam, NMR 9989-172803)
McFlurry-beker met (links) de in 2008 aangepaste opening (van 55 naar 35 mm) en de huidige aangepaste verpakking, zonder plastic ‘kraag’ (rechts).

Bronnen:

Hiemstra, A.-F., Rambonnet, L., Gravendeel, B. & Schilthuizen, M. 2021 – The effects of COVID-19 litter on animal life – Animal Biology: doi.org/10.1163/15707563-bja10052  

Kompanje, E.J.O. 2021 – Gevleugelde coronadoden [blog] – https://kompanje.org/2021/01/03/gevederde-coronadoden/

Moeliker, K. 2009 – De McFlurry Egel [column] – Vara’s Vroege Vogels https://www.bnnvara.nl/vroegevogels/artikelen/kees-moeliker-de-mcflurry-egel

Een uil in de kerstboom

Op zondag 13 december 2020 sprak ik in het radioprogramma Vroege Vogels deze column uit: (hij is hier ook terug te luisteren):

Elk jaar is het binnenhalen van de kerstboom bij mij thuis een hoogtepunt. Allereerst omdat ik dan eindelijk het ski-luik van mij Saab kan gebruiken – een klepje in de achterbank dat een open verbinding creëert met de achterbak. Volgens mijn garagist bedoeld voor het vervoeren van ski’s – die zonder dat luik alleen op het dak passen – maar ik prik de Nordmann er doorheen. Elke auto zou zo’n kerstbomenluik moeten hebben.

In huis begint het echte feest. De boom krijgt zijn plaats en mijn vrouw en kinderen gunnen mij een halve middag intiem contact met de nog maagdelijke spar. Geconcentreerd observeer ik welke beestjes uit de langzaam opwarmende boom tevoorschijn komen. Dat doe ik al jaren. Mijn kerstboombeestjesboekhouding zal ooit een doorwrochte publicatie worden. De boom van 2020 leverde slechts een spinnetje op, een ordinaire kruisspin. Maar ik heb jaren gehad dat er een horde lieveheersbeestjes over het parket kroop of een nest met rupsen. Mijten en teken hebben we ook met de kerstboom naar binnen gehaald, en in 2017 kropen er springstaarten uit de kluit. Vorig jaar kwamen er twee ‘vliegjes’ tussen de takken vandaan, maar die heb ik niet kunnen vangen. Mijn voorlopige conclusie is dat de kenners die van 25.000 beestjes per boom spreken overdrijven, maar je verhoogt in december met de kersboom hoe dan ook de biodiversiteit in huis.

Het wachten is natuurlijk op iets bijzonders, zoals de zaaguil (Aegolius acadicus) die eind november werd gevonden in de 23 meter hoge spar die met het oog op de feestdagen voor het Rockefeller Center in New York was neergezet. Het arme 20 centimeter grote uiltje was verstijfd van schrik blijven zitten toen de boom in een boreaal bos werd omgezaagd. Pas twee dagen later en 300 kilometer zuidelijker werd hij in hartje Manhattan ontdekt.

Omdat onze krap anderhalve meter hoge Nordmann ook dit jaar geen uil herbergde, fiets ik even langs de Coolsingel waar voor het Rotterdamse stadhuis al sinds jaar en dag in de decembermaand een reusachtige kerstboom staat. Je weet maar nooit. Sinds zusterstad Oslo de jaarlijkse donatie staakte, is de herkomst van de boom mij onduidelijk. Toch hoop ik dat er een dwerguil afkomstig uit Scandinavië tussen de met ledlampjes verlichte takken zit. Vol goede moed schop ik drie keer tegen de sokkel. Niets. Zelfs ‘Djuuu, Djuuu, Djuuu, Djuuu’ ontlokt geen reactie. Ook een perfecte imitatie van een meer voor de hand liggende lokale bosuil – ‘Oe-oe-oe, Oe-oe-oe, Oe-oe-oe, Oe-oe-oe’ – levert niets op, behalve verbaasde blikken van voorbijgangers.

De kerstboom voor het stadhuis aan de Coolsingel in Rotterdam, december 2020.

De Ig Nobelprijzen van 2020

Op 18 september 2020 werden voor de dertigste keer de Ig Nobelprijzen voor ‘prestaties die mensen eerst laten lachen en daarna aan het denken zetten’ uitgereikt. Vanwege de Covid-19 pandemie vond de ceremonie niet in Sanders Theatre van de Harvard Universiteit plaats maar werden de prijzen online uitgereikt. Hiervan werd een vijf kwartier durend verslag uitgezonden, met behalve de zeer ingenieuze virtuele prijsuitreiking door echte Nobelprijswinnaars, ook de gebruikelijk ingrediënten, zoals een mini-opera (dit jaar getiteld ‘Dream, Little Cockroach’), 24/7 lezingen en het gedoseerd gooien van papieren vliegtuigjes.

Nobelprijswinnaar Andre Geim (linksonder) reikt een Ig Nobel uit aan de winnaars van de Materiaalkundeprijs. Linksboven kijkt ceremoniemeester Marc Abrahams toe.

Dit zijn de 10 winnaars van de Ig Nobelprijs in 2020:

Ig Nobel Akoestiekprijs 2020 
[AUSTRIA, SWEDEN, JAPAN, USA, SWITZERLAND]

Stephan Reber, Takeshi Nishimura, Judith Janisch, Mark Robertson en Tecumseh Fitch, voor

‘het laten brullen van een vrouwelijke Chinese alligator in een luchtdichte kamer gevuld met lucht die verrijkt is met helium.’

Referentie: “A Chinese Alligator in Heliox: Formant Frequencies in a Crocodilian,” Stephan A. Reber, Takeshi Nishimura, Judith Janisch, Mark Robertson, and W. Tecumseh Fitch, Journal of Experimental Biology, vol. 218, 2015, pp. 2442-2447.

Ig Nobel Psychologieprijs 2020
[CANADA, USA] 

Miranda Giacomin en Nicholas Rule, voor

‘het bedenken van een methode om narcisten te identificeren op basis van hun wenkbrauwen.’

Referentie: “Eyebrows Cue Grandiose Narcissism,” Miranda Giacomin and Nicholas O. Rule, Journal of Personality, vol. 87, no. 2, 2019, pp. 373-385.

Ig Nobel Vredesprijs 
[INDIA, PAKISTAN]

De regeringen van India en Pakistan, 

‘omdat hun diplomaten midden in de nacht stiekem bij elkaar aanbelden en vervolgens wegrenden voordat iemand de kans had om de deur open te doen.’

Referentie: talloze nieuwsberichten

Ig Nobel Natuurkundeprijs 2020 
[AUSTRALIA, UKRAINE, FRANCE, ITALY, GERMANY, UK, SOUTH AFRICA]

Ivan Maksymov en Andriy Pototsky, voor 

‘het experimenteel vaststellen wat er gebeurt met de vorm van een levende regenworm als men de regenworm met hoge frequentie laat trillen.’

Referentie: “Excitation of Faraday-like body waves in vibrated living earthworms,” Ivan S. Maksymov and Andriy Pototsky, Scientific Reports volume 10, Article number: 8564 (2020)

Ig Nobel Economieprijs 2020 
[UK, POLAND, FRANCE, BRAZIL, CHILE, COLOMBIA, AUSTRALIA, ITALY, NORWAY, ITALY]

Christopher Watkins, Juan David Leongómez, Jeanne Bovet, Agnieszka Żelaźniewicz, Max Korbmacher, Marco Antônio Corrêa Varella, Ana Maria Fernandez, Danielle Wagstaff en Samuela Bolgan, voor 

‘het kwantificeren van de relatie tussen de nationale inkomensongelijkheid van verschillende landen en de gemiddelde hoeveelheid tongzoenen.’

Referentie: “National Income Inequality Predicts Cultural Variation in Mouth to Mouth Kissing,” Christopher D. Watkins, Juan David Leongómez, Jeanne Bovet, Agnieszka Żelaźniewicz, Max Korbmacher, Marco Antônio Corrêa Varella, Ana Maria Fernandez, Danielle Wagstaff, and Samuela Bolgan, Scientific Reports, vol. 9, article no. 6698, 2019.

Ig Nobel Managementprijs 2020
[China]

(奚广安) Xi Guang-An, (莫天祥) Mo Tian-Xiang, (杨康生) Yang Kang-Sheng, (杨广生) Yang Guang-Sheng en (凌显四) Ling Xian Si, vijf professionele huurmoordenaars in Guangxi, China, die 

‘op de volgende manier een contract voor een hit (een moord uitgevoerd voor geld) organiseerden: nadat hij betaling had geaccepteerd om de moord uit te voeren, besteedde Xi Guang-An de taak vervolgens uit aan Mo Tian-Xiang , die de taak vervolgens uitbesteedde aan Yang Kang-Sheng, die de taak vervolgens uitbesteedde aan Yang Guang-Sheng, die de taak vervolgens uitbesteedde aan Ling Xian-Si, waarbij elke nieuw aangestelde huurmoordenaar een kleiner percentage van de vergoeding ontving, en uiteindelijk niemand daadwerkelijk een moord pleegde.’

Referentie: talloze nieuwsberichten

Ig Nobel Entomologieprijs 2020
[USA]

Richard Vetter, voor

‘het verzamelen van bewijs dat veel entomologen (wetenschappers die insecten bestuderen) bang zijn voor spinnen, wat geen insecten zijn.’

Referentie: “Arachnophobic Entomologists: When Two More Legs Makes a Big Difference,” Richard S. Vetter, American Entomologist, vol. 59, no. 3, 2013, pp. 168-175.

Ig Nobel Geneeskundeprijs 2020
[THE NETHERLANDS, BELGIUM]

Nienke Vulink, Damiaan Denys en Arnoud van Loon, voor

‘het diagnosticeren van een lang niet-(h)erkende medische aandoening: misofonie – het ervaren van heftige negatieve emoties bij het horen van andere mensen die kauwgeluiden maken.’

Referentie: “Misophonia: Diagnostic Criteria for a New Psychiatric Disorder,” Arjan Schroder, Nienke Vulink, and Damiaan Denys, PLoS ONE, vol. 8, no. 1, 2013, e54706.

Referentie: “Cognitive Behavioral Therapy is Effective in Misophonia: An Open Trial,” Arjan E., Schröder, Nienke C. Vulink, Arnoud J. van Loon, and Damiaan A. Denys, Journal of Affective Disorders, vol. 217, 2017, pp. 289-294.

Ig Nobel Medisch-Onderwijsprijs 2020
[BRAZIL, UK, INDIA, MEXICO, BELARUS, USA, TURKEY, RUSSIA, TURKMENISTAN]

Jair Bolsonaro, Boris Johnson, Narendra Modi, Andrés Manuel López Obrador, Alexander Lukashenko, Donald Trump, Recep Tayyip Erdogan, Vladimir Putin en Gurbanguly Berdimuhamedow, voor

‘het gebruik van de Covid-19 pandemie om de wereld te onderwijzen dat politici een directer effect kunnen hebben op leven en dood dan wetenschappers en artsen.’

Referentie: talloze nieuwsberichten

Dit is de tweede Ig Nobelprijs voor Alexander Loekasjenko. In 2013 werd de Ig Nobelprijs voor de vrede gezamenlijk toegekend aan Alexander Loekasjenko, omdat hij in het openbaar te applaudisseren wettelijk verbood, EN aan de Wit-Russische staatspolitie voor het arresteren van een eenarmige man wegens applaudisseren.

Ig Nobel Materiaalkundeprijs 2020
[USA, UK]

Metin Eren, Michelle Bebber, James Norris, Alyssa Perrone, Ashley Rutkoski, Michael Wilson en Mary Ann Raghanti, voor

‘het aantonen dat messen die zijn gemaakt van bevroren menselijke uitwerpselen niet goed werken.’

Referentie: “Experimental Replication Shows Knives Manufactured from Frozen Human Feces Do Not Work,” Metin I. Eren, Michelle R. Bebber, James D. Norris, Alyssa Perrone, Ashley Rutkoski, Michael Wilson, and Mary Ann Raghanti, Journal of Archaeological Science: Reports, vol. 27, no. 102002, October 2019.

De mus als graadmeter

Op zondag 30 augustus 2020 sprak ik in het radio 1 programma Vroege Vogels de volgende column uit: [hij is hier binnenkort ook te beluisteren]

Deze zomervakantie verruilde ik corona-hotspot Rotterdam voor de Oostenrijkse Alpen. Puur gevoelsmatig leek mij de frisse berglucht in Tirol te verkiezen boven een zeebries op een overvol Hollands strand. Het was immers al après-ski seizoen en de bergpaadjes zouden het domein zijn van de wat oudere natuurliefhebber op wandelschoenen. Het was er inderdaad heerlijk rustig. Behalve mondkapjes en desinfectiegelpompjes in winkels deed mij niets aan het loerende virusgevaar denken. Terwijl de kinderen zwommen in smeltend gletsjerijs, speurde ik naar vogels. Hoewel de raven, waterspreeuwen, citroensijzen en beflijsters mijn vogelaarshart natuurlijk sneller lieten kloppen, was ik vooral onder de indruk van de huismussen. Bij vrijwel elke Bauernhof, mesthoop en op elk kippenhok en dorpsplein zaten ze. In de grote stad Innsbruck aten ze de slagroom van mijn Apfelstrudel. Mijn kinderen – opgegroeid met halsbandparkieten, stadsduiven en slechtvalken – bekeken de mussenweelde met verbaasde ogen en vroegen ‘Wat zijn dat voor vogels?’. Terugrijdend over de Autobahn mijmerde ik over de teloorgang van de huismus die ik in Nederland van nabij heb meegemaakt. Wat is er misgegaan met de leefomgeving die mussen en mensen delen?

Twee huismussen op een Tiroler boerenschuur, augustus 2020.

Weer thuis word ik op mijn wenken bediend. Tussen de post ligt ‘Limosa’ – het tijdschrift van de Nederlandse Ornithologische Unie en Sovon Vogelonderzoek Nederland – waarin Willem van Manen 42 jaar systematisch huismustellen tegen het licht houdt. Hij analyseerde daarvoor de zogenaamde Punt-transect-tellingen die jaarlijks verspreid over het hele land in de laatste twee weken van december plaatsvinden. Het is zeg maar de Tuinvogeltelling voor gevorderden. Vanaf 1978, toen de eerste tellingen werden gedaan, nemen de mussenaantallen jaarlijks gestaag af met ongeveer 1,8 procent. Op volledig bebouwde telpunten ging de afname sneller (4,2 procent). Op het platteland zit het kwaad in de schaalvergroting – het verdwijnen van het kleine, gemengde agrarische bedrijf – en de opkomst van snijmais ten koste van rogge en haver. Voor wat betreft de stad concludeert ook deze studie dat het gebrek aan insecten als voer voor nestjongen een belangrijke oorzaak van de aantalsafname is. En dat heeft weer alles te maken met de aanleg van onderhoudsvrij openbaar groen en het betegelen van tuinen. Het is allemaal te stenig, te kaal en te netjes geworden voor de mus.

Ook deze week verscheen er een studie van de Universiteit van Hasselt die aantoonde dat stadskinderen die opgroeien in een groene(re) woonomgeving een beduidend hogere IQ-waarde scoorden dan kinderen met minder groen om het huis. Bij drie procent meer groen binnen drie kilometer van huis, tikt de IQ-teller er 2,6 punten bij. En het goede nieuws is ook dat die verhoogde intelligentie niet(s) te maken heeft met opleidingsniveau en inkomen van de ouders. Het draait dus echt om het leefmilieu. Deze Vlaamse intelligentiestudie is het zoveelste bewijs dat de nabijheid van natuur leven en welzijn van de mens positief beïnvloedt.

Dat het in de afgelopen 40 jaar bergafwaarts is gegaan met de huismus geeft te denken. Anders dan de raaf, waterspreeuw, citroensijs en beflijster is de huismus als cultuurvolger een uitmuntende graadmeter voor een gezonde leefomgeving. Mussen op straat, daar word je wijzer van!

Bronnen

Van Manen, W. (2020) – Huismus en Ringmus in Nederland meer dan 40 jaar gevolgd – Limosa 93(2): 48-58

Bijnens EM, Derom C, Thiery E, Weyers S, Nawrot TS (2020) – Residential green space and child intelligence and behavior across urban, suburban, and rural areas in Belgium: A longitudinal birth cohort study of twins – PLoS Med 17(8): e1003213. https://doi.org/10.1371/journal.pmed.1003213

Weg met de grasmaaier!

Op zondag 14 juni 2020 sprak ik deze column uit in het radioprogramma ‘Vroege Vogels’: [hij is hier ook terug te luisteren]

Hij moet het met een eenvoudige gedenkplaat doen, maar als Edwin Beard Budding – de uitvinder van de grasmaaier – een standbeeld had gehad, dan was hij deze week vast en zeker van zijn sokkel getrokken. De grasmaaier, die kan echt niet meer. Gepatenteerd in Engeland 1830 als mechanische vervanger van de zeis, sikkel en grazende geiten, bracht de uitvinding uitkomst voor het millimeteren van golfbanen en voetbalvelden. Tegenwoordig is het een machine die elke vorm van wildgroei coupeert. Er zijn nu cirkelmaaiers, klepelmaaiers, zitmaaiers, robotmaaiers en – de ergste van allemaal – bosmaaiers, een soort staafmixer voor de moeilijke hoekjes. Vanwege het onuitroeibare ‘Alles Moet Kapot’ is er zelfs een in Amerika gepatenteerde motormaaier die via de uitlaatgassen een chemisch goedje vernevelt dat insecten doodt en, afhankelijk van het gifmengsel, ook ongewenste vegetatie uitroeit. Tel uit je winst.

Het maaien beperkt zich niet tot het gras van suffe gazons en speelweiden, nee ook bloemrijke bermen en braakliggende terreinen gaan onder het mes. Daar waar zich straatgras en andere flora tussen stoeptegels vertoont en maaimachines kansloos zijn, wordt zwaarder geschut ingezet: zogenaamd milieuvriendelijke stoomspuiten en – jawel – vlammenwerpers. Zelfs voor je eigen straatje of tuinpad zijn er de ‘Thermoflamm Bio Classic’ (op gas), de ‘Thermo Kill Trio’ (elektrisch), en de ‘Green Power Evolution’ (ook elektrisch). De strijd tegen alles wat zich boven het maaiveld vertoont, is big business en dat allemaal onder het mom van ‘groenbeheer’.

De coronacrisis leerde mij dat het anders kan en dat zelfs saaie gazons kunnen opfleuren. Vanuit mijn vrijwillige isolatie in het Natuurhistorisch Museum, waar ik werk, kijk ik uit op het Rotterdamse Museumpark. Daar werd vlak voor het paasweekend een hek omheen gezet, omdat de picknick- en andere coronaparty’s niet meer te handhaven waren. De trieste aanblik van een stadspark zonder mensen veranderde opvallend snel in een park met bloemrijk grasland. Doordat ook de motormaaier wegbleef, bloeiden de madeliefjes en paardenbloemen op tot een ongekende oppervlaktedekking. Ze stonden overal, dicht opeen en het gonsde er van de wilde bijen en zweefvliegen. Toen begin juni de coronamaatregelen versoepelden, de musea weer openden en het hek verdween, werd het gras met bloemen en al gemaaid. Alles was weer ‘zoals het hoort’ – kort en netjes – ongetwijfeld volgens een door de gemeentelijke groenbeheerders goedgekeurd maaiprotocol.

Positieve uitzonderingen daargelaten, vermorzelt de grasmaaier nog veel te veel spontane natuur in de stad en daarbuiten. Waar stadsbewoners, bioboeren en ecologen de handen ineenslaan om de biodiversiteit naar een hoger plan te tillen, volharden groenbeheerders in achterhaalde ideeën hoe parken, tuinen, bermen en slootkanten er uit moeten zien. Het is tijd voor verandering. Weg met de grasmaaier!

Het Stadsnatuurreservaat achter het Natuurhistorisch Museum Rotterdam werd eind mei 2020 per abuis gemaaid.

Dead Duck Day 2020, some photo’s

Due to the global COVID-19 pandemic, the 25th Dead Duck Day on June 5th, 2020, went back to basics: me, the stuffed duck and a bottle of beer. The same setting as 25 years ago. Despite the low profile – and the announcement the special anniversary edition will be postponed till 2021 – still five spectators attended. Here is a photographic report. Images by Niels de Zwarte.

Dead Duck Day 2020 postponed till 2021

The 25th Dead Duck Day, on June 5th, will be postponed till 2021. Due to the COVID-19 pandemic, public open air gatherings are not allowed. So be on the lookout for the special (postponed) 25th anniversary edition in 2021.

This year, Dead Duck Day will have only two participants – me and the stuffed duck, accompanied by a bottle of beer, just as on the very first Dead Duck Day celebration, 25 years ago.

Kees Moeliker

Of course everybody is free and invited to have private Dead Duck Day celebrations, anywhere in the world, to commemorate the dramatic death of the duck — and the tragedy of billions of other birds that die from colliding with glass buildings.

Photographic and/or video images of the private short Dead Duck Day ceremony in Rotterdam will be posted here and on social media. #DeadDuckDay

Here is a photo from Dead Duck Day, when a paucity of pandemics permitted people to gather together in celebration. (photo Maarten Laupman)